
Oktober 2009 verscheen bij uitgeverij de Eenhoorn het tweede deel van de Verlegenstraat: IJskonijn.
Ook nu zijn de tekeningen weer gemaakt door Riske Lemmens.
In dit boek spelen Anna en Thijs de hoofdrol. Zij zijn een tweeling die in de Verlegenstraat woont. Dat is niet de echte naam van de straat. Die heet eigenlijk de Fer. Légerstraat, maar iedereen noemt hem de Verlegenstraat.
Anna en Thijs worden door hun moeder nogal verwend. Hun luie leventje wordt ernstig verstoord als hun moeder in het ziekenhuis belandt, en ze thuis te maken krijgen met een hulp die van aanpakken weet.
IJskonijn is te koop bij Het Verboden Rijk (klik hier). Of op Bol.com. Klik hier als je daar meteen naar toe wilt.
Fragment uit 'IJskonijn'
'Stil eens even,' zegt Anna.
'Huh?' Thijs kijkt verstrooid op uit zijn boek.
'Stil nou!'
'Maar ik zei niks.'
'Nu toch wel,' zegt Anna.
'Omdat jij me wat vroeg, ja.'
'Ik vroeg je helemaal niks,' zegt Anna. 'Ik zei alleen dat je even je mond moest houden ...'
'Maar ik hield mijn mond,' zucht Thijs. 'Ik was aan het lezen.'
'En toen begon je juist te praten,' zegt Anna.
Thijs blaast een zucht die zijn lippen laat flabberen. 'Ik word af en toe gek van jou, weet je dat,' zegt hij.
'Thijs is gek.' Anna zegt het alsof ze het zinnetje proeft. 'Thijs is niet goed wijs.'
'Waar slaat dat nou op?' vraagt Thijs.
'Het rijmt.' Anna haalt de schouders op.
'An is, eh ... kierewiet in haar hersenpan,' zegt Thijs.
'Ik heet niet An, ik heet Anna,' zegt Anna. 'Daar kun je niks op rijmen. Op Thijs wel. Thijs wordt al grijs. Thijs wint nooit een prijs. Thijs ...'
'Ja, ja,' moppert Thijs. 'Nu weet ik het wel.' Ondertussen zoekt hij wanhopig naar iets om zijn zus mee terug te pesten. Maar wat rijmt er in hemelsnaam op Anna?
'Thijs is een lange lijs.'
'Hou op!'
'Thijs praat met gekrijs.'
'Anna!' Dreigend legt Thijs zijn boek neer en schuift naar het puntje van de bank.
Op dat moment gaat de keukendeur open. Mama steekt haar hoofd om de hoek van de deur. Meer dan haar hoofd en haar schouders is er niet te zien. Net een heel grote handpop, bedenkt Thijs.
'Hou eens op met dat geruzie,' zegt ze.
'Ruzie?' Anna en Thijs kijken elkaar aan en trekken hun wenkbrauwen op.
'Wij hadden helemaal geen ruzie,' zegt Thijs.
'Wij waren aan het rijmen,' zegt Anna.
'Anna heeft een deuk in haar hersenpanna,' geeft Thijs als voorbeeld.
'Oh, nou,' zegt mama, 'dan moet je daar voortaan niet meer zo hard bij gillen, anders krijg je van mij een pak op je billen.' Haar hoofd en schouders verdwijnen achter de deur.
Terug naar De Verlegenstraat
Terug naar Kinderboeken