
Oktober 2010 verscheen bij uitgeverij de Eenhoorn het derde deel van de Verlegenstraat: Heksengeheim.
Ook nu zijn de tekeningen weer gemaakt door Riske Lemmens.
In dit boek speelt Bram de hoofdrol. Hij woont in de Verlegenstraat. Dat is niet de echte naam van de straat. Die heet eigenlijk de Fer. Légerstraat, maar iedereen noemt hem de Verlegenstraat.
In de Verlegenstraat woont een vreemde vrouw: haar kleren en juwelen lijken uit een verkleedkist te komen, en haar haar springt alle kanten op. De kinderen uit de straat noemen haar 'de heks van nummer zeventien'. Toevallig leert Bram de vrouw kennen en ze raken bevriend. Agaath vertelt fantastische verhalen over haar familie. Dan ontdekt Bram dat Agaath iets verbergt...
De Verlegenstraat is te koop bij Het Verboden Rijk (klik hier). Of op Bol.com. Klik hier als je daar meteen naar toe wilt.
Fragment uit 'Heksengeheim'
'Vent, je bent een engel,' zegt de heks.
Ze zegt het nog voor ze de ladder helemaal is afgedaald. Zodra haar voeten vaste grond hebben bereikt, draait ze zich naar Bram. Ze schenkt haar redder een gulle glimlach.
Bram kan zijn ogen niet van haar afhouden. Er is iets heel vreemds aan haar gezicht. Maar hij ziet niet zo snel wát.
Van dichtbij zien volwassenen er toch altijd anders uit dan van veraf, vindt Bram. Minder glad of zo. En ze hebben meestal wel ergens een pukkeltje. Of juist een kuiltje.
Of er groeit haar uit hun neus.
Of ze hebben een paar extra kinnen.
Bij de heks van nummer 17 valt er niks van dat alles te ontdekken. Geen harige wratjes. Geen zwieberende onderkinnen. Alleen aan de lijnen in haar gezicht kun je zien dat ze niet zo jong meer is.
Eigenlijk ziet ze er van zo dichtbij helemaal niet uit als een heks.
Maar wat is het dan, dat haar gezicht zo apart maakt?
En dan, opeens, ziet hij het.
Ze heeft twee verschillende kleuren ogen. Het ene is grijs, het andere groen.
Zoiets heeft Bram nog nooit gezien. Zou ze dan toch...? En waarom zou ze in die boom hebben gezeten?
'Je zult wel denken,' zegt de vrouw. 'Wat doet zo'n oud mens in een boom?'
'Nee, hoor,' zegt Bram, betrapt. 'Dat dacht ik helemaal niet.'
'Toen het een paar weken geleden zo stormde, is er een tak afgebroken,' legt de vrouw toch maar uit. 'Om te voorkomen dat de breuk een zieke plek wordt, wilde ik de tak afzagen. Maar ja, ik zat nog maar net in de boom, of de ladder schoof weg. En toen kon ik er niet meer uit. Gelukkig kwam jij langs. Je hebt me gered! Hoe kan ik je ooit bedanken?'
Bij elke beweging die ze maakt rammelen en rinkelen de sieraden rond haar polsen.
'Dat hoeft niet, hoor,' zegt Bram. 'Het was een kleine moeite.'
'Kan zijn,' zegt de vrouw. 'Maar met de kleinste moeite doe je een ander soms het grootste plezier.'
Bram haalt zijn schouders op. Hij denkt aan de andere kinderen bij de boom. Als hij niet opschiet, is er straks voor hem helemaal geen snoepje meer over.
'Kan ik mijn redder iets aanbieden?' vraagt de vrouw. 'Koek, snoep, iets te drinken?'
Bram tuit zijn lippen. Zijn hoofd schudt nee.
'Wel waar,' zet de vrouw op besliste toon. 'Niet zo bescheiden! Ga maar mee, dan schenk ik iets lekkers voor je in.'
Bram wil weigeren. Hij wil beleefd afscheid nemen en er dan
als een haas vandoor gaan. Maar de vrouw klonk alsof ze geen tegenspraak duldt. En je moet er niet aan denken dat ze misschien toch een heks is.
Wie weet is er maar heel weinig heksenkracht nodig om hem in een kikker of een pol gras te veranderen.
Terug naar Kinderboeken
Terug naar De Verlegenstraat
Terug naar Home