Manon Uphoff, De spelers
Uitgeverij De Bezige Bij, Amsterdam 2009
251 bladzijden
ISBN 978-90-234-2224-2
€ 17,50


Opnieuw worden we geconfronteerd met Srebrenica, een van de grote schandvlekken uit de recente geschiedenis van  Nederland. Deze keer snijdt Manon Uphoff de kwestie aan in haar nieuwste roman De spelers.

Als Manja met haar vriend, de jonge deserteur J. teruggaat naar deze kapotte stad vangt ze er flarden van gesprekken op die gaan over verkrachting van jonge en oude vrouwen. De kerels kaarten, roken en roepen en hun woorden smeulen ‘als gloeiende kooltjes’ na. Zij zijn de spelers waarnaar de titel verwijst.   
 
Manja is de ik-figuur in de roman. Ze gaf Nederlands aan asielzoekers en de magere, nerveuze J. was een van haar leerlingen. Ze slaat hem binnen de kortste keren aan de haak. Onomwonden en direct treedt ze hem tegemoet met ongeremde vrijpartijen, gesprekken en felle ruzies die door J.’s  verbasterde taaltje vanzelf grappig worden als hij haar een ‘ordinaire wijf’ noemt en haar zegt dat zij inderdaad zijn ‘gondje’ niet is. 

Maar J. is besmet met schuldgevoelens. Hij deserteerde uit het Servische leger toen het land brandde. Dus, zodra het kan, gaan ze terug, in 1996, ruim een half jaar na de val van Srebrenica  waar Nederlandse soldaten zich lieten inpakken door de Serviërs en duizenden moslimmannen en -jongens geëxecuteerd werden.  

Manja en J. verblijven in het benauwde huisje van de moeder van J. in Sarajevo waar ook zijn zus Olga geregeld verblijft. Zij is getrouwd met de veteraan Spiro Heviboviets die als een imposante, naïeveling voortdurend met z’n tenen laat spelen. Ook hun zoontje Dinko spoort psychisch niet helemaal. Ze staan allemaal symbool voor het onttakelde Bosnië waar roestige, afgekeurde trams door de steden rijden en afgedankte Nederlandse OAD-bussen met opschriften als ‘Je ziet ons ook overal’. 

Manja  is erbij als J. in Sarajevo vrienden bezoekt, z’n in de steek gelaten vriendin ontmoet en kijkt naar de resten van de bibliotheek die ze op de Nederlandse televisie hebben zien branden. In de tussentijd schrijft ze haar verhaal in notitieboekjes. Ze wil haar verhaal vertellen want – zegt ze – ‘wat niet in de boeken is, is niet in de wereld’. 

Manon Uphoff moet de krachtige beelden uit deze roman hebben opgeraapt tijdens haar vele reizen naar voormalig Joegoslavië. Haar stijl vraagt aandacht maar je krijgt er een indringend verhaal van achter de feiten voor terug.

Maarten van Boxtel


 

Terug

T-Hdesign | Copyright Rien Broere All rights reserved. Home - Contact