Archief boekbesprekingen 22 april 2012

In de uitzending van 22 april komen de volgende boeken aan de orde:

Mathieu Lommen, Het boek van het gedrukte boek
Johan Derksen, Voetbal voor volwassenen

Antonio Pennacchi, Het Mussolinikanaal
Vertaald door Mieke Geuzebroek en Pietha de Voogd
Oorspronkelijke titel: Canale Mussolini
Uitgeverij De Bezige Bij, Amsterdam 2011
512 pagina’s
ISBN 978-90-234-6344-3
€ 29,90

De schrijver Antonio Pennacchi is voor zijn boek Het Mussolinikanaal al bedolven onder de loftuitingen, maar ik strooi er die van mij nog maar eens bovenop. Wat een rijke, beeldende, eigenzinnige en geestige roman! Ruim vijfhonderd pagina’s die je onderdompelen in de familiegeschiedenis van de Peruzzi’s, een boerenfamilie uit het noorden van Italië, die in de jaren dertig van de vorige eeuw verkast naar het in opdracht van Mussolini drooggelegde moerasgebied Latina (ten zuiden van Rome). De cultivering van een onherbergzame streek waar de malariamug heerste, was een megalomaan project van de Italiaanse fascisten, maar wel succesvol. Uit het niets en in korte tijd verrees er een aantal steden, omringd door vruchtbare landbouwgebieden.

Het familielid dat het verhaal van de Peruzzi’s vertelt, wordt pas op het eind van de historie met name genoemd, maar het is vanaf het begin duidelijk dat hij deel uitmaakt van de familie en zich in haar geschiedenis heeft verdiept. De stem die Pennacchi zijn verteller geeft, is die van een vertegenwoordiger van een groep Italianen die – zeggen we met de kennis van nu – is gebruikt in een ongeëvenaarde propagandacampagne. Het was in de jaren dertig niet verkeerd om het fascisme een warm hart toe te dragen. Het was een politieke stroming, met ideeën die de hardwerkende (boeren)bevolking aanspraken – in elk geval de voorouders van de vertellende Pericles Peruzzi.

Hij neemt zijn tijd, deze Pericles. Tijd om zijn familie te beschrijven, haar rol in de plaatselijke dagelijks leven en die in de geschiedenis. Het is een beeldend relaas, dat uitwaaiert maar niet afdwaalt, dat verrast door de wendingen die het verhaal nu en dan neemt, en dat door de ironie van de verteller leidt tot geestige beschrijvingen. De Peruzzi’s zijn erbij als het fascisme zijn intrede doet. De vrouwen worden erop uit gestuurd om een heel grote lap zwarte stof te kopen om overhemden van de mannen van te maken. (‘Neem me niet kwalijk, mevrouw,” zegt de marktkoopman, ‘maar hoeveel mensen zijn er wel niet gestorven?’)

Pennacchi zet grote historische gebeurtenissen in een herkenbaar perspectief door ze vanuit de eerlijke eenvoud van de landarbeiders te beschrijven en er hun onverbloemde commentaar en oordeel bij te leveren. Dat commentaar heeft in de originele versie een heel eigen geluid opgeleverd, wat de vertalers voor bijzondere problemen moet hebben gesteld, maar waar zij op overtuigende manier vorm voor hebben weten te vinden.

Het resultaat is een meeslepend geheel dat de verschrikkingen en de absurditeit van een oorlog laat zien, maar dat de vraag ‘goed of fout in de oorlog’ overstijgt. Het is geen politiek maar een menselijk verhaal geworden – het verhaal waarvoor de schrijver zelf beweert op de wereld te zijn gekomen. Het Mussolinikanaal laat op onnavolgbare wijze zien hoe mensen overeind blijven binnen een complex en niet te overzien geheel van historische gebeurtenissen door zich te schikken naar hun lot en er op menselijk vlak het beste van te maken, zelfs in de absurde omstandigheden van een oorlog.

Rien Broere

Peter Klashorst, Kunstkannibaal. Memoires van een beruchte kunstenaar
Uitgeverij Prometheus, Amsterdam 2012
392 pagina’s
ISBN 978-90-446-1791-7
€ 19,95

Over de kwaliteiten van Peter Klashorsts werk als kunstschilder kan en wil ik niet oordelen, maar een literair schrijver is hij in elk geval niet. Zijn stijl is harkerig, zijn beeldspraak zit er nogal eens naast, van enige compositie is nauwelijks sprake en een samenhangend verhaal ontbreekt. Hij vertelt – dat is het eigenlijk. Maar meer pretendeert hij ook niet, en dat maakt meteen al een hoop goed. Hij wil ons op zijn manier op de hoogte brengen van zijn belevenissen in Nederland, Afrika en Azië. Belevenissen die in de meeste gevallen op hetzelfde neerkomen: ontmoetingen met vrouwen de hem handenvol geld kosten, maar daar de vrije beschikking over hun lichaam tegenover stellen.

De vraag is natuurlijk: waarom blijf je er toch in doorlezen als er zoveel aan mankeert? Ongeloof, misschien? Of de hoop dat het beter wordt? Waarschijnlijk ook. Maar het heeft ook wel iets fascinerends, de leegte die hij beschrijft – al verdwijnt ook die fascinatie op den duur omdat bijna 400 pagina’s wel iets meer variatie zouden mogen hebben.

Peter Klashorst, in 1957 geboren als Van der Klashorst, kende succes als kunstschilder in de jaren 80. Hij rekende zich met een aantal landgenoten tot de in Duitsland ontstane stroming de Nieuwe Wilden. Klashorst had niet alleen artistiek succes, ook commercieel gezien legde het hem geen windeieren. De opbrengst van zijn werk kon hij ook wel gebruiken, gezien de levensstijl die hij erop na hield. Een losbandig bestaan waarvan hij in Kunstkannibaal uitgebreid verslag doet.

Toen het succes van de Nieuwe Wilden afnam, startte hij de groep After Nature, een collectief dat ging schilderen wat ze zagen. Nadat ook deze groep uit elkaar was gevallen, ging het met de opbrengst van Klashorsts schilderijen ook bergafwaarts. Af en toe dook zijn naam op, als hij weer eens door zijn eigenzinnige manier van leven in het nieuws kwam, of zoals in 2000 toen hij in Somalië in de gevangenis terechtkwam op beschuldiging van het vervaardigen pornografische afbeeldingen van vrouwen. Hij vertelt erover in zijn boek, en ook over de steekpenningen die hij moest betalen om een langer verblijf achter de tralies te voorkomen.

En nu zoekt en vindt Klashorst weer de publiciteit, ditmaal met een boek. Zoals je al uit zijn oordeel over zijn eigen schilderijen kunt opmaken, maakt het hem niet zoveel uit wat anderen ervan vinden en geeft hij er zelf niet al te hoog van op, en die onverschilligheid klinkt ook in dit boek door. Wat het ondanks alles leesbaar houdt, is de nonchalante humor, onverschillig als de auteur zelf. En als het boek niet bevalt, raadt Klashorst ons aan: ‘gooi dit boek dan maar bij het afval of op de brandstapel. (…) Het schrijven van een boek is als een metafoor voor een reis door de krochten van je ziel, en als je er te lang mee doorgaat moet je kotsen van al die ijdeltuiterij.’

Rien Broere

Terug

T-Hdesign | Copyright Rien Broere All rights reserved. Home - Contact